Palumeu, van de stroom en de dam die overstroomde
Written by Alan Tijseling
Monday, 01 October 2007
Energievoorzieningen in het binnenland; talloze studies zijn eraan gewijd, opeenvolgende
regeringen hebben beloftes gedaan die, uiteraard, nooit zijn nagekomen en de enkele
voorzieningen díé er waren zijn tijdens de binnenlandse oorlog vernietigd en nooit
meer hersteld.
Deze situatie gold ook voor het indianendorp Palumeu aan de Tapanahoni rivier, diep
in het zuiden tegen de Braziliaanse grens. Inderdaad gold, oud TRIS-
Als jongen van achttien jaar
was Arnout van de Werken nooit verder geweest dan de Bommelerwaard, een rustig landbouwgebied
in Nederland. Niet zo vreemd, aan het einde van de jaren vijftig van de vorige eeuw
was voor de meeste mensen de wereld niet veel groter dan hun directe leefomgeving.
Voor Arnout kwam hier abrupt verandering in toen hij zijn militaire dienstplicht
moest vervullen in Suriname. Als onderdeel van de TRIS (Troepenmacht in Suriname)
kwam de jonge zoon van een tuinder terecht in een wereld die hij amper kende. Van
de paar dingen die hij op school over Suriname had geleerd wist hij nog dat het in
Zuid-
Na een stevige beginfase
waarin bij tijd en wijle met tranen in de ogen naar huis werd verlangd, went Arnout
aan de routine van het soldatenbestaan in Suriname. Op een dag komt het marsbevel
voor een expeditie naar Palumeu. Vanuit Albina, te voet! Bij het indianendorp was
een vliegtuig neergestort en de militairen werden geacht aanwezig te zijn. Wat voor
nut die aanwezigheid twee maanden later nog had (de tijd die het duurt om door het
oerwoud van Albina naar Palumeu te lopen) is nooit helemaal duidelijk geworden, maar
Arnout maakt tijdens deze expeditie voor het eerst daadwerkelijk kennis met de oorspronkelijke
bewoners van het regenwoud. Hoogtepunt van het bezoek is een fotosessie waarbij het
complete dorp in vol ornaat poseert voor de inmiddels weer vertrekkende soldaten.
Echte indianen, die hadden ze nog nooit in Bommel gezien!
Terug
Veertig jaar later. Van de Werken is eigenaar van een goeddraaiende verchromingsfabriek
in Tilburg en kan terugkijken op een geslaagd bestaan als ondernemer. Het plan ontstaat
om het bedrijf aan zijn dochter te verkopen en zich aan andere zaken te wijden. Een
bezoek aan Suriname en Palumeu staat hoog op zijn verlanglijstje. Enerzijds uit nostalgie,
anderzijds uit nieuwsgierigheid. Arnout heeft de foto van destijds bewaard en wil
weten hoe het de mensen op de foto na al die tijd vergaan is.
In 1998 brengt Arnout
zijn tweede bezoek aan Palumeu. De oude foto is een hit, het hele dorp wil kijken
wie er op staan en Arnout wordt allerhartelijkst ontvangen. Bij zijn vertrek vraagt
Arnout of hij iets kan betekenen voor het dorp. De kapitein reageert een beetje onverschillig,
de vraag is hem al zo vaak gesteld en in de praktijk blijken gedane beloften zelden
of nooit te worden nagekomen. Arnout begrijpt de scepsis van de kapitein maar vraagt
desalniettemin wat hij bij een volgend bezoek mee kan nemen, mocht het er ooit van
komen. Zes maanden later is hij weer terug in Palumeu, met de gevraagde kettingzaag.
De kapitein geeft ruiterlijk toe zich vergist te hebben en benoemt Arnout tot een
vriend van het dorp. Dat komt goed uit, vrienden kunnen veel voor elkaar betekenen
en Arnout wil graag iets meer betekenen dan een kettingzaag.
Hij verblijft voor langere
tijd in het dorp en komt er achter dat de gemeenschap echt heel graag stroom wil
hebben. Een wens die Arnout zich levendig voor kan stellen en hij denkt daar regelmatig
over na, op het punt waar de snelstromende Tapanahoni en Palumeu bij elkaar komen.
Stromend water kan stroom genereren zo bedenkt Arnout. Stel dat er een soort van
stuwmeertje zou zijn met een dam. Of dat er een stuwmeertje wordt aangelegd. Genoeg
ideetjes om eens met de kapitein te gaan praten. Arnouts enthousiasme werkt aanstekelijk
en in een hartelijke sfeer nemen hij en de kapitein een paar dagen later voorlopig
afscheid. Arnout gaat terug naar Nederland om zijn bedrijf definitief over te dragen
en tegelijkertijd dingen uit te zoeken die handig zijn om te weten bij het bouwen
van een dam.
De dam
Voordat Arnout goed en wel kan beginnen zijn voornemens te verwezenlijken wordt
hij getroffen door een zware hartaanval. Het herstel en de revalidatie nemen aanmerkelijk
langer in beslag dan de afgesproken tijd waarop Arnout in Palumeu terug zou zijn.
De boodschap die van Tilburg, via Paramaribo, naar Palumeu wordt gestuurd verandert
ergens halverwege van hartaanval maar leeft in hartaanval fataal en het dorp legt
zich neer bij de gedachte dat stroom wederom een droom bleek. De vreugde is dan ook
even groot als de verbazing wanneer Arnout uiteindelijk weer opduikt aan de oevers
van de Tapanahoni. Volledig hersteld en vol plannen. Om deze plannen minder afhankelijk
van Arnout te laten zijn, wordt er een stichting opgericht waarin vertegenwoordigers
van het dorp en onder meer de directeur van METS (exploitant van de toeristische
accommodatie te Palumeu) zitting nemen. Tegelijkertijd blijkt de Anton de Kom Universiteit
bezig te zijn met een project om stroom uit waterkracht te winnen en beide organisaties
besluiten de krachten te bundelen.
Een deel van de kosten wordt opgebracht uit een
fonds van het UNDP (United Nations Development Programme) en Arnout financiert privé
het resterende deel ter grootte van US$ 75.000,-
Schade
Tijdens de overstromingen die het binnenland vorig jaar teisterden liepen ook
het stuwmeertje en de dam bij Palumeu onder. Evenals het generatorhuisje met bijbehorende
generator op de dam. Arnout schoot meteen te hulp en was, vanuit Nederland, binnen
enkele dagen in het dorp. Om te constateren dat de generator inderdaad naar de filistijnen
was. In hoeverre de dam beschadigd was kon pas duidelijk worden wanneer het water
zou gaan zakken. Het kwam niet eens slecht uit, de voedselvoorziening voor het dorp
had op dat moment een aanmerkelijk hogere prioriteit. Gedurende een aantal weken
helpt Arnout in het binnenland waar hij helpen kan en uiteindelijk kan de schade
aan de dam worden opgenomen. Die is aanzienlijk, maar te herstellen. Met vereende
krachten wordt hier aan gewerkt en tegelijkertijd wordt een plan gemaakt om dergelijke
problemen in de toekomst te voorkomen. Een plan dat veel geld gaat kosten, zoveel
is wel duidelijk. De stichting ten behoeve van stroom in Palumeu zal zich onder de
bezielende leiding van Arnout inspannen om hier fondsen voor in te zamelen die deze
kosten moeten kunnen dragen. Bovendien moet de minister van RO de stroompalen nog
steeds neerzetten en daarvoor dient de stichting nog wat huiswerk te verrichten.
Hobbels
Inmiddels wordt onderzocht of de methode van Palumeu toegepast kan worden
bij meerdere dorpen in het binnenland en zijn de voorlopige resultaten erg positief.
De vraag is nu hoe de inwoners van Palumeu de verworven stroom optimaal kunnen gebruiken.
Een vraag met verstrekkende gevolgen. In hoeverre wil men commerciële mogelijkheden
uitbuiten en in hoeverre willen de inwoners hun dorp authentiek laten zijn. De inwoners
van Palumeu willen uiteraard het beste van twee werelden. Hun eigen manier van leven
gecombineerd met het comfort dat alles wat stroom gebruikt met zich mee kan brengen.
Een weg met de nodige hobbels. Arnout wil zijn Indiaanse vrienden volgen en waar
mogelijk helpen op deze weg. Bovendien moet de minister die palen nog neer zetten!
Arnout deelt het besef dat scholing en de verdere ontwikkeling van toerisme en kleinschalige
productie minstens zo belangrijk zijn als de dagelijkse voedselvoorziening. Die laatste
vergt in de traditionele vorm echter dermate veel tijd dat van andere dingen weinig
terechtkomt. Door de mogelijkheid om wild en vis in te vriezen kan er efficiënter
gevist en gejaagd worden zodat er meer tijd over blijft om de school of, voor de
volwassenen, scholingsprojecten te bezoeken. Samen met een landbouwkundig ingenieur
worden de kostgrondjes bekeken en onderzocht of het mogelijk is om een optimaler
rendement uit de grond te halen zodat er maximaal geprofiteerd wordt van landbouwgrond
nabij het dorp en niet op grote, dus tijdrovende, afstand. Met variatie in gewassen
en het invriezen van extra oogst kan tijd worden gewonnen die de inwoners kunnen
besteden aan de verdere ontwikkeling en invulling van de toeristische potentie die
Palumeu nu eenmaal heeft. Immers, zo lang er geen supermarkten aan de Tapanahoni
staan en de toeristen geen diepvriesmaaltijden meebrengen zijn de Indianen voor hun
normale dagelijks voedsel nog altijd aangewezen op de jacht, het vissen en het bebouwen
van kostgrondjes. Iedereen kan begrijpen dat naar school gaan, het rondleiden van
toeristen, het maken van souvenirs en het exporteren van honing, met een knorrende
maag van secundair belang zijn.
Uiteraard is Arnout van de Werken niet alleen verantwoordelijk voor het tot stand
komen van de dam. Naast zijn financiële bijdrage is een zelfde bedrag van US$ 75.000,-